Onze Partners
Het eerste model kenmerkt zich door een origineel lijnenspel. De lange aflopende motorkap, de korte achterhand en de achterruit die tevens als kofferklep dienst doet geven de auto een originele uitstraling. Modellen tot 1981 zijn herkenbaar aan de metalen bumpers. De wielophanging voor bestaat uit McPhersons-veerpoten met stabilisatorstang en een sterke starre as met dwarsstabilisator aan de achterzijde. Aan de voorzijde zitten schijfremmen, aan de achterzijde trommelremmen. De inhoud van de motor bedraagt 573cc per kamer. Het vermogen bedraagt 105 pk. Standaard kreeg de auto stalen velgen. Kenmerkend is ook de enkele dubbele uitlaat aan de rechterkant. In 1981 bracht Mazda een verbeterde versie op de markt. De auto kreeg kunststofbumpers en andere achterlichten. Er waren twee uitvoeringen, de DX en de SDX. Deze laatste uitvoering was completer door o.a. elektrische ramen en spiegels, een ruitenwisser/sproeier achter, lichtmetalen velgen en een zwarte spoiler achterop. Door aanpassingen aan de motor steeg het vermogen naar 115 pk. Aan de achterzijde werden nu ook schijfremmen gemonteerd. In 1984 kwam er wederom een gefacelifte versie op de markt.
Het interieur werd gewijzigd, in de voorspoilers kwamen luchthappers voor koeling van de inmiddels geventileerde schijven. De 13″ wielen werden vervangen door 14″. Deze uitvoering kon worden geleverd in een two-tone, tweekleurige, carrosserie.
Het tweede model komt uit in 1986. Onder de inklapbare koplampen is nu een venstertje gemonteerd zodat er lichtsignalen met ingeklapte koplampen kunnen worden gegeven. Met een inhoud per kamer van 654cc en met twee injectoren per kamer bedraagt het motorvermogen nu 150 pk. De starre achteras is vervangen door het ‘Dynamic Traction Suspension System’ waarbij d.m.v. een ‘zwevende’ naaf de sporing van de auto zich aanpast aan verschillende belasting. Kenmerkend is dat twee gescheiden enkele uitlaten de achterzijde sieren. De voorste remschijven zijn inmiddels voorzien van een dubbele veerklauw.
In 1987 komt in Nederland een Turbo-versie, genaamd Turbo II, op de markt. Voorzien van een intercooler levert deze 180 pk en een topsnelheid van 230 km p/u. Naast een basismodel is er nu een GLS uitvoering zonder turbo en de Turbo II uitvoering. Deze laatste twee zijn uitgevoerd met ABS, snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging, lederen bekleding, spoilers, aluminium velgen, katalysator en airco. In 1989 komt er een cabrioletversie op de markt. In Nederland wordt deze alleen geleverd met een 200 pk Turbo motor die inmiddels ook in de gesloten versie ligt. De non-turbo komt een jaar later te vervallen. In 1990 wordt er een facelift doorgevoerd. Andere voorspoilers, sideskirts, ronde achterlichten en naast airco ook nog een schuifdak maken de auto nog luxer.
Het 3e model: In 1992 komt de laatste versie, de FD, uit. Met een dubbele sequentiële turbo, twee oliekoelers, ronde vormen en 241 pk een sportwagen van formaat. De motorinhoud is gelijk gebleven aan het voorgaande type. Naast de vernieuwde turbo wordt door gebruik van lichtere materialen en een verbeterd motormanagement de vermogenswinst bereikt. Opvallend is het ‘deukhoeddak’ ten behoeve van de aërodynamica. Een dubbele uitlaat aan één zijde van de auto gemonteerd siert de achterzijde.
De firma Bose heeft speciaal voor deze auto een speakerset ontwikkeld die in verscheidene auto’s is gemonteerd..Voorzien van schuifdak, lederen bekleding, airco en cruise-control is het ook een echt luxe bolide. De auto komt op het circuit nog het meest tot zijn recht. Origineel zijn er slechts 10 van verkocht in Nederland. Deze auto is een echte zeldzaamheid. De verkoop in Nederland stopte in 1995. De auto kon vanaf dat moment nog wel in Japan besteld en geleverd worden.